Aangemaakt door
Marleen Ost
Definitie
Risicokleuters zijn kleuters die dreigen uit de boot te vallen omdat ze onvoldoende kunnen profiteren van de gangbare inspanningen van het onderwijs. Het is belangrijk deze kinderen zo snel mogelijk op te sporen. Vanuit de screening detecteren we die kinderen die verdere zorg nodig hebben. Dat zijn:
- De oranje kinderen met een score 3 voor welbevinden en/of betrokkenheid of ze vallen uit op het vlak van competenties;
- De rode kinderen: hebben een lage score (1 of 2) voor welbevinden en/of betrokkenheid of ze vallen uit op het vlak van competenties.
Voor deze kinderen openen we een individueel dossier en vullen we de nodige documenten in van formulierenset 2.
Vanhoutte, T. (2012). Module zorg op kindniveau. Leuven: Acco.
Illustratie
Zoals Braams en Bosman (2000) ook aangeven is het niet zinnig om bij risicokleuters te wachten tot ze 'er aan toe zijn'.
Deze kinderen dienen juist veel extra oefening te krijgen, om een op termijn steeds groter wordende achterstand te voorkomen. Ook Ruijssenaars
merkt op dat de aandacht juist gegeven moet worden aan de kleuters die risico’s lopen, om te voorkomen dat de verschillen bij de aanvang van groep 3 onnodig groot worden. Verder is het van belang om de interventie individueel te doen of in kleine groepjes met intensieve begeleiding. Risicokinderen profiteren onvoldoende van taalspelletjes in de grote groep en hebben zeer directe gerichte instructie nodig. Zelfstandig werken met taalspelletjes van educatieve uitgeverijen blijkt voor deze kinderen meestal ook geen reële mogelijkheid en zeer weinig effectief.
http://www.tbraams.nl/pdf/risicokleuters.pdf
Risicokleuters kunnen om tal van verschillende (interne en externe) factoren in deze situatie verkeren. Voorbeelden van risicokleuters zijn: kansarme kleuters, kinderen met verminderde intellectuele mogelijkheden, kinderen die de schooltaal niet beheersen, zieke kinderen, kinderen met minderbegaafde ouders, hoogbegaafde kinderen, kinderen met een handicap van verschillende aard (mentaal, visueel, auditief, motorisch, gedragsmatig,...), kinderen met sociaal-emotionele problemen, kinderen met schoolrijpheidsproblemen, kortom: kinderen waarbij één of meerdere ontwikkelingsgebieden dreigen stil te vallen, bv. op vlak van taal, op motorisch vlak.
Smets, L. (2006). Module GOK: opvoedkunde. Lerarenopleiding kleuteronderwijs. KHLeuven.