Aangemaakt door
Astrid Cornelis (KHK)
Definitie
De wijze van omgaan, de interactie tussen leerkracht en leerling, de manier waarop de leerkracht optreedt en tussenkomt.
Drie dimensies van de ervaringsgerichte leerkrachtstijl:
- Stimulerend tussenkomen: in welke mate en op welke wijze is de leerkracht voor de kinderen een bron van verrijkende impulsen en van informatie?
- Gevoeligheid voor beleving: in welke mate en op welke wijze houdt de leerkracht in haar tussenkomsten rekening met de emotionele noden van kinderen?
- Autonomie verlenen: in welke mate en op welke wijze heeft de leerkracht aandacht voor de exploratiedrang en de behoefte aan zelfstandigheid en zelfbepaling bij de kinderen? De mate van sturing wordt afgestemd op de exploratiedrang en de behoefte aan zelfstandigheid en zelfbepaling.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (p. 106, p. 115). Leuven, CEGO.
Leidsters verschillen van elkaar op het vlak van omgaan met kleuters, op het vlak van optreden en tussenkomen… op het vlak van leerkrachtstijl. Het spreken over stijl is niet eenvoudig. Het gaat immers om heel subtiele dingen: de houding en de mimiek, de toon waarmee iets gezegd wordt, de woordkeuze en natuurlijk ook de inhoud zelf van de tussenkomst. Zelfs het niet tussenkomen in een bepaalde situatie kan een stijlkenmerk zijn. Tussenkomsten hoeven bovendien niet altijd verbaal te zijn: een aanraking, het bijzetten van een stoel of wegnemen van materiaal, het is allemaal… veelzeggend.
Francken L., Peeters E., & Van Den Bergh I. (2011). Pedagogisch-didactische vorming deel 2: de leraar als opvoeder. Onuitgegeven cursus voor 1 BAKO. Vorselaar: KHK.
Ook al kunnen de tussenkomsten van een zelfde leerkracht sterk variëren in de loop van bijvoorbeeld een dag, toch ontdekken we vaak een eigen ‘stijl’. Zo komen we bij het begrip ‘leerkrachtstijl’. Die stijl bepaalt voor een (belangrijk) deel de sfeer en de onderwijskwaliteit.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (p. 115). Leuven, CEGO.
Illustratie
Een ervaringsgerichte leerkrachtstijl is gebaseerd op het vermogen om zich in kinderen te verplaatsen, om zich ten volle te realiseren wat zich in hun ‘ervaringsstroom’ in een bepaalde situatie afspeelt.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (p. 122). Leuven, CEGO.
Het belang van leerkrachtstijl is onvoorstelbaar groot. De omgangswijze van een leerkracht verklaart voor een groot deel waarom kinderen graag naar de klas komen, graag in haar gezelschap zijn, zich goed in de groep voelen. Het verklaart ook waarom kinderen wel of niet tot intense activiteit komen.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (p. 125). Leuven, CEGO.
Uit observatie blijkt ten slotte dat er individuele patronen in leerkrachtstijl zijn. We merken dat sommige leerkrachten sterker zijn in ‘gevoeligheid voor beleving’, terwijl anderen vooral uitblinken in ‘stimulerend tussenkomen’ of ‘autonomie verlenen’.
Een zelfde leerkracht kan verschillende stijlen hebben naargelang van de situatie waarin ze zich bevindt én van het kind waarmee ze omgaat. Het kan ook afhankelijk zijn van de eigen gemoedstoestand. Zit je op het persoonlijke vlak in een dip, dan zal dat je omgang in de klas beïnvloeden. Het verbeteren van je eigen stijl heeft dan ook iets van werken aan jezelf. Het begint bij het je bewust worden van waar je staat, wat je sterke kanten zijn en welke dimensies in je tussenkomsten onderbelicht blijven.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (p. 126). Leuven, CEGO.
Verwante begrippen
emancipatie, Sturing, autonomie
Beeld
Laevers F. & Depondt L. (2005). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs. Leuven: CEGO Publishers.