Loading...
 

Geletterdheid

Aangemaakt door

Marleen Ost

Definitie


Geletterdheid betekent ‘kunnen lezen en schrijven’.
Een ‘geletterd mens’ is dus iemand die kan lezen en schrijven. Dat is een belangrijke voorwaarde om in de maatschappij van vandaag te kunnen functioneren.
Ost, M. (2012). Nederlands 2. Leuven: Acco. p. 41

Het vermogen om met geschreven informatie om te gaan, ze te begrijpen en doelgericht te gebruiken. (L. Verheyden)

Illustratie


Ontluikende geletterdheid’ is de vertaling van het Engelse ‘emergent literacy’.
Jonge kinderen zien oudere kinderen en volwassenen lezen en schrijven. Ze zijn niet blind voor een wereld vol opschriften. Als ze voorgelezen worden, worden ze meteen geconfronteerd met geschreven taal. Ze zien de prenten en ook de ‘vreemde tekens’ (= letters) die erbij ‘geschreven’ staan. Kleuters ontdekken zelf dat letters gesproken taal vervangen.
Nog voor kinderen met formeel lees- en schrijfonderwijs beginnen (in Vlaanderen is dat het eerste leerjaar van de lagere school) hebben ze dus al interesse in geschreven taal en hebben ze al inzichten verworven omtrent functie en structuur van geschreven taal.
Ost, M. (2012). Nederlands 2. Leuven: Acco. p. 41

Eén op zeven volwassenen in Vlaanderen is te weinig geletterd om naar behoren te kunnen functioneren in de samenleving. De opkomst van de elektronische media heeft het gebruik van de geschreven taal bijvoorbeeld doen toenemen. E-mail heeft voor een deel het mondelinge telefoonverkeer vervangen en wie een mobiele telefoon gebruikt, leest en schrijft tegenwoordig veel.
Wat is te laag geletterd zijn? Binnen laaggeletterdheid onderscheidt men twee niveaus. Bij niveau 1 moet je in een simpele tekst de benodigde informatie kunnen vinden. Bij niveau 2 moet de lezer zelf eenvoudige gevolgen kunnen trekken.
In Vlaanderen functioneren één op zeven volwassenen alleen op het laagste niveau. Tellen we de niveaus 1 en 2 samen, dan kan bijna 42 procent van de volwassen bevolking in Vlaanderen niet volwaardig functioneren in een kenniseconomie.
Hoewel laaggeletterdheid in elk sociaal milieu voorkomt, gaat het vooral om mensen uit arme en uitgesloten gezinnen. Vaak gaat het om personen met negatieve schoolervaringen (veranderen van school, zittenblijven, spijbelen).
Laaggeletterdheid wordt soms ook functioneel analfabetisme genoemd.
Op het einde van dit hoofdstuk vind je een checklist om meer over de geletterdheid binnen het gezin van de kleuters te weten te komen. Het kan belangrijk zijn te weten of er sprake is van laaggeletterdheid bij (één van de) ouders.
Ost, M. (2012). Nederlands 2. Leuven: Acco. p. 42
Bij het leren van letters is het niet zo dat eerst alle letters receptief gekend worden en daarna productief. Kinderen bouwen geleidelijk aan het aantal letters dat ze kennen (receptief en productief) op. In de meeste activiteiten rond letters komen dan ook zowel het aanwijzen als het benoemen aan bod.
Ost, M. (2012). Nederlands 2. Leuven: Acco. p. 54

Schriftelijke communicatie maakt deel uit van de wereld waarin kleuters zich bewegen. Hun exploratiedrang brengt hen dus ook op dat terrein : ze ontdekken de aanwezigheid van geschreven boodschappen (pictografische tekens en geschreven taal); ze zien mensen rondom zich boodschappen formuleren en ontcijferen. En al heel vroeg zijn ze ook zelf bezig met ontcijferen en fomuleren. Niet altijd verbaal, natuurlijk, ook pictografisch. (...) Als begeleiders beseffen we echter niet altijd dat al die kleine momenten van belangstelling en al die handelingen inderdaad iets met geletterdheid te maken hebben, en zelfs betekenisvol kunnen zijn voor het ontluiken ervan.
Verheyden, L. (2005) Ju-uf, je moet wel lezen wat er staat, hé ! Peuters, kleuters en ontluikende geletterdheid. In Kleuters en Ik, jg. 21 (3), p; 10

Verwante begrippen

beeldtaal, symbool

Comment 1: Ter info: stukje uit KHK-cursus

astridcornelis Aug 20, 2012
Kan misschien ergens benut worden als illustratie
Auteur: Vreys Jonas.

3.1 Ontluikende geletterdheid
Vroeger ging men er van uit dat kinderen thuis leren spreken en dat ze op school leren lezen en schrijven. Men meende dat de mondelinge taal snel en gemakkelijk wordt geleerd zonder instructie maar dat de schriftelijke taalverwerving systematische instructie vereist. Dat systematische onderricht in lezen en schrijven was voorbehouden aan het eerste leerjaar.
Tegenwoordig wordt de omgang met geschreven of gedrukte taal gezien als een spontaan ontwikkelingsproces net als de omgang met gesproken taal en beeldtaal. In onze multimediale wereld komen kinderen al heel vroeg in aanraking met vormen van schriftelijke communicatie. Bijvoorbeeld:
• verpakkingen op tafel (AA melk, Coca Cola...)
• teksten in het straatbeeld: reuzegrote reclameborden, aanplakbiljetten, etalages, allerlei logo’s, straatnamen...
• TV-programma’s, bijvoorbeeld Samson, Sesamstraat, Kabouter Plop... waarin ze ongemerkt kennis maken met woorden, letters, namen, klanken...
• prentenboeken, met of zonder tekst, en worden voorgelezen of verteld door ouders, broer, zus, kleuterleidster...
• kinderen zien volwassenen geregeld een krant, tijdschrift, boek... lezen en allerlei naslagwerken, telefoonboek, handleidingen ... gebruiken
• kinderen zien volwassenen dingen op papier zetten: een brief, boodschappenlijst, etiketten op een jampot...
Kortom, zonder er speciaal aandacht aan te besteden, hoort gedrukte of geschreven taal tot de natuurlijke omgeving van ieder kind. Onder invloed van al die talige boodschappen en vooral door het voorbeeldgedrag van en interacties met ouderen in schrijf- en leessituaties ontdekken kinderen de betekenis van geletterdheid:
Wat je voelt, denkt, waarneemt, kun je zeggen.
Wat je zegt, kun je tekenen, verven, kleien ...
Wat je zegt, kun je ook opschrijven.
Wat je opschrijft, kan voorgelezen worden.
Wat opgeschreven is, blijft hetzelfde, wie het ook voorleest.
Jonge kinderen ontdekken met andere woorden de symboolfunctie van geschreven taal.
De gedachte dat kinderen min of meer spontaan de eerste beginselen van geletterdheid onder de knie krijgen, heeft geleid tot het gebruik van de term ontluikende geletterdheid (“emergent literacy”). Met de term “ontluikend” wordt duidelijk gemaakt dat men zich richt op wat ontstaat, op wat in wording is.
De theorie van ontluikende geletterdheid gaat ervan uit dat kinderen zich geleidelijk aan een idee vormen over lezen en schrijven als communicatievorm, en dat zij als logisch uitvloeisel hiervan kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn voor conventioneel lezen en schrijven. In grote lijnen doen zich volgende ontwikkelingen voor in de eerste jaren op school:
a) Dankzij o.m. het voorlezen van prentenboeken en het zelfstandig bekijken ervan leren kinderen omgaan met boeken en leren ze de taal in boeken begrijpen. Kinderen ontdekken en ervaren zo dat geschreven taal een functie heeft en dat zij zelf ook een boodschap op papier kunnen zetten in de vorm van een tekening, krabbels, letters, in eigen bedachte spelling en uiteindelijk in conventioneel schrift.
b) Tijdens deze schrijfontwikkeling ontwikkelt het klankbewustzijn zich en krijgen kinderen in de gaten dat er een relatie bestaat tussen gesproken en geschreven taal. Geleidelijk aan worden ze zich bewust van het feit dat woorden opgebouwd zijn uit klanken en dat letters van het alfabet deze klanken weergeven. Wanneer ze de overeenkomst zien tussen letters en klanken, hebben ze een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van geletterdheid.

Search For a Wiki Page