Aangemaakt door
Marleen Ost, KHBO
Aangevuld door Ine Callebaut, KAHO, d.d. 23.08.2013 (IC1)
Definitie
Die vorm van onderwijs, waarbij de leerlingen niet allemaal op hetzelfde ogenblik, in hetzelfde tempo, op dezelfde wijze hetzelfde werk doen. Er is differentiatie naar werktempo, leerstof, werkniveau, werkvorm, doelstellingen en belangstelling van de leerling.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Differentiatie_(onderwijs) (26.06.2012)
(IC1)
Differentiatie is het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling. Het start bij het erkennen van die verschillen en krijgt vorm telkens je als leerkracht probeert in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Zo probeer je het leren bij elke leerling zo goed mogelijk te bevorderen.
Vanhove, G. (2012). Vademecum zorg katholiek basisonderwijs (VVKBaO). Brussel: DOKO.
Illustratie
Als je als leerkracht recht wil doen aan de individuele verschillen tussen leerlingen in je klas, dan is binnenklasdifferentiatie een noodzaak. De vaardigheid om te differentiëren stelt hoge eisen aan de leerkracht. Dit vraagt o.m. inzicht en organisatietalent. In de lerarenopleiding leer je je onderwijsaanpak beter af te stemmen op de achtergronden en de ontwikkelingsnoden (behoeften) van de klasgroep, om bijgevolg meer welbevinden, betrokkenheid en ontwikkeling te realiseren. Dit betekent dat je vertrekkend vanuit de klasscreening van welbevinden, betrokkenheid en competentie een algemeen klasmilieu (pedagogisch-didactisch basismilieu) zó probeert uit te bouwen dat zoveel mogelijk probeert tegemoet te komen aan de individuele verschillen van de leerlingen in je klas
Voorbeelden (L. Smets, KHLeuven):
- Toon maakt 15 oefeningen over splitsen en verdelen van getallen tot 100, terwijl Marieke nood heeft om er 25 te maken in de verwerkingsfase van de les wiskunde.
- Hans schrijft een brief naar zijn oma, terwijl Roel een brief schrijft naar zijn vriend aan de zee.
- Sofie schrijft het dictee uit in volzinnen, voorzien van de nodige leestekens. Maarten concentreert zich vooral op de moeilijke woorden waarop de meester klemtoon legt.
- Elke knipt stroken glanspapier, terwijl de andere kleuters ze mogen scheuren.
Borzée, M. en Bogaerts, H. (2006). Inleiding tot de didactiek voor toekomstige leerkrachten lager onderwijs. Leuven: Acco.
Blomme, L., Christiaens, A., Hardyns, L., Ost, M., Rotsaert, L., Staelens, A., Vanhoutte, T., Vandendriessche, T. (2010). Moduleboek zorg op kindniveau. Leuven: Acco.
Verwante begrippen
Links
Vanhove, G. (2012). Vademecum zorg katholiek basisonderwijs (VVKBaO). Brussel: DOKO. p. 41-50