Loading...
 

Zelfsturing

Aangemaakt door

Astrid Cornelis (KHK)

Definitie

Bij de psychosociale ontwikkeling staat het uitgroeien tot een individu centraal. De groei van een kind tot autonoom individu kan je letterlijk waarnemen in hoe het kind zijn eigen gedrag gaat sturen. Binnen het EGKO geven we kinderen heel wat kansen om zelf initiatief te nemen. Hierdoor stimuleren we de zelfsturing: de mate waarin het kind zelf initiatief neemt en zijn eigen gedrag gaat sturen. Je ziet dan kleuters die weten wat ze willen en weten hoe ze dat moeten realiseren.
Zelfsturing bevat 4 componenten:
- wilskracht: zich achter iets kunnen zetten
- keuzes kunnen maken en zich doelen kunnen stellen
- scenario’s voor activiteiten kunnen bedenken en uitvoeren
- afstand kunnen nemen
Hoe kunnen we aan zelfsturing werken?
Kiezen, plannen, doen en terugblikken (K-P-D-T) vormen een basisstramien dat meermaals per dag in de praktijk aan bod komt. Dit stramien is een belangrijke bouwsteen om te werken aan zelfsturing.

  • Kiezen: vanuit verscheiden aanbod tot keuze komen
  • Plannen: die keuze verder uitwerken in de tijd wat inhoud (wat ga je achtereenvolgens doen) en werkwijze (met wie, in welke hoek, met welk materiaal) betreft.
  • Doen: uitvoeren van de plannen. Actief leren.
  • Terugblikken: kleuters vertellen over wat ze gedaan hebben. Dit kan over een relatief korte tijdspanne gaan, vb ze vertellen over hoe ze te werk zijn gegaan bij het bouwen van een garage; het kan ook over een langere periode gaan vb wanneer kleuters op het einde van de dag vertellen over wat ze vandaag allemaal gedaan hebben.

Severeyns A. (2011). Psychosociale ontwikkeling deel 1: oog voor kleuters. Onuitgegeven cursus voor 1 BAKO. Vorselaar: KHK.

Illustratie

Goed kunnen plannen, vraagt een inloopperiode waar de kinderen met vallen en opstaan leren. Falend zelfsturingsvermogen toont zich in:
- niet kunnen starten
- gebrek aan orde in het handelen
- ongeorganiseerd zijn
- verward of chaotisch overkomen
Dit zien we bijvoorbeeld bij kinderen die enthousiast een hoek invliegen, maar ook snel weer stilvallen.

Acties voor kleuters met zelfsturingsproblemen:
Vaak komen deze kinderen niet tot activiteit en is extra begeleiding nodig in de vorm van:
- een tussenkomst door de kleuterleid(st)er
- bijkomende steunpunten
Belangrijk is wel dat de hulp, de afhankelijkheid van de kleuterleid(st)er verkleint in de toekomst. De zelfsturingcapaciteiten moeten vergroten.
Peeters E. & Severeyns A. (2011). Pedagogisch-didactische vorming en zorg deel 1. Onuitgegeven cursus voor 2 BAKO. Vorselaar: KHK.

Werkhouding 5-jarigen: Er is sprake van toenemende zelfsturing:
- Bewust gaan kiezen;
- Plannen noodzakelijk om een doel te bereiken;
- Kunnen terugblikken vanuit de toenemende representatie;
- De zelfstandigheid neemt toe.
Severeyns A. (2011). Pedagogisch-didactische vorming deel 2: kleuterprofielen. Onuitgegeven cursus voor 1 BAKO. Vorselaar: KHK.

Verwante begrippen

autonomie, sturing, emancipatie, zelfredzaamheid

Beeld

Scan 120703 0006  
Laevers F. & Depondt L. (2005). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs. Leuven: CEGO Publishers.

Opmerkingen

Fr/Eng

 

Search For a Wiki Page