Aangemaakt door
Astrid Cornelis (KHK)
Definitie
We spreken van taakgerichtheid wanneer kleuters bij opdrachten en taakjes van bij aanvang de nodige kijk- en luisterhouding aannemen om de opdracht te kunnen beluisteren, te begrijpen, in te schatten, voor te bereiden, uit te voeren en het resultaat ervan te controleren. Hij laat zich niet uit het lood slaan door eventuele moeilijkheden en probeert obstakels te overwinnen. Hij blijft de hele tijd geconcentreerd. Hij zet door tot het einde van de opdracht.
Hombroux M., Lambert R., Thomassen J. & Wouters M. (2007). Groeiboek. Zorg- en volgsysteem voor kleuters. Antwerpen: Garant.
Illustratie
Binnen het werken in hoeken raken de kleuters vanzelf gewend aan het taakgericht werken. Bij de jongste kleuters streven we in eerste instantie naar het leren gebruiken en beheersen van geldende regels en afspraken. Dit om goed te kunnen functioneren in groep. Het taakgericht bezig zijn situeert zich voornamelijk tijdens het opruimen: kan het jonge kind zich gedurende enige tijd concentreren om de eigen puzzel of het eigen halssnoer op te ruimen? Bij de oudere kleuters richt de taakgerichte leertijd zich vanzelfsprekend meer op het zelfstandig volbrengen van een opdracht, bijvoorbeeld tijdens het vouwen, tijdens het invullen van een werkblad...
Collectif (1995). Kleuterspectrum Plus. Zorgverbreding. Berchem: De Boeck Hoger.
Een kleuter, zeker de vierjarige, is niet klaar om taakgericht te leren. Taakgericht leren vraagt een hoge mate van zelfsturing, wat nodig is bij het leren rekenen, schrijven en lezen (Van Parreren, 1999). Een kind moet de aandacht kunnen houden bij een taak. Het moet daarvoor afstand kunnen nemen van allerlei bijzaken ... Ontwikkeling van taakgerichtheid is een proces. Zoals veel ontwikkelingsprocessen van jonge kinderen onttrekt ook dit innerlijke proces zich aan ons gezichtsveld. Het is niet gekoppeld aan leeftijd. Ineens zien wij dat een kleuter afstand kan nemen van bijzaken. Of dat het zichzelf taken gaat stellen en alles op alles zet om die taak tot een goed einde te brengen, al dan niet met hulp van de leerkracht.
Om taakgericht te kunnen werken, is ook innerlijke zelfinstructie nodig. Het kind moet zichzelf als het ware kunnen instrueren wanneer het een taak met aandacht moet uitvoeren. Het is een vorm van innerlijk spreken die een kleuter helpt de taak tot een goed einde te brengen. ‘Nu moet ik oppassen dat ik binnen de lijntjes blijf ...’, of: ‘Nu moet ik goed kijken dat ik niet de benen van het poppetje knip...’ en: ‘Denk erom, anders gaat de draad steeds uit de naald...’
Galema-Koolen H. (2008). Hoe kleuters leren. De wereld van het jonge kind, januari 2008, jg 35, p. 135-138.
Verwante begrippen
Zelfsturing, Zelfredzaamheid, procesgericht, productgericht
Beeld
Links
Opmerkingen
Fr/Eng