Aangemaakt door
Astrid Cornelis (KHK)
Definitie
Wat is breed observeren?
De hele dag komen prikkels op je af die we benoemen als geluid, warmte, licht, kleuren, geuren, vormen, ... Eigenlijk ben je elk moment bezig met waarnemen. Je ziet, hoort, voelt, ruikt, smaakt wat er om je heen gebeurt. Het zou onbegonnen werk zijn om alle prikkels die op je afkomen volledig tot je te laten doordringen, laat staan er bewust mee om te gaan. Je maakt voor jezelf een selectie. Zonder het te beseffen kies je wat je in je opneemt en tot je laat doordringen en wat niet. Je kiest op basis van wat je aankan, wat je nodig hebt, waar je belangstelling naar uit gaat, je verwachtingen, je eigen gevoeligheden.
Dit selecteren en interpreteren van informatie gebeurt ook wanneer je naar kinderen kijkt. Er zijn zaken die je meestal onmiddellijk opvallen en andere die je ontgaan. Bij bewust observeren gaat het niet over toevallig, ‘zomaar’ waarnemen. We willen bewust, gepland en gericht ‘waarnemen’, met de bedoeling gegevens te verzamelen die ons informatie verschaffen over de leerlingen. Informatie die ons een zo breed mogelijk en coherent beeld kan geven over de leerlingen. Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk om de leerlingen: zonder oordeel of interpretatie, op verschillende momenten en plaatsen (in de klas, op de speelplaats, tijdens een uitstap, daarbuiten), op verschillende manieren (bevragen, waarnemen op speelplaats, in de klas, ouders bevragen, ...) en door verschillende personen (andere collega’s, ouders, medeleerlingen, ...) te observeren.
Dit noemen we breed observeren.
Waarom?
Door breed te observeren en ruimte te geven aan verscheidenheid, verruim je je eigen kijk op je leerlingen en op hun mogelijkheden. Hierdoor kan je onder andere de leerlingen meer benaderen als individuen/personen, zoals vaker gebeurt in informele contacten.
Deze individuele benadering stelt je in staat om een meer accuraat beeld te krijgen van ieders vaardigheden, interesses en behoeftes. Een beeld dat aansluit bij de realiteit en minder problematisch is dan sommigen zich misschien voorstellen. Zo wordt het mogelijk om verder te bouwen op iemands ‘kunnen’ en niet te vertrekken vanuit ‘niet-kunnen’, de tekorten.
Niet alleen wát de kinderen leren is belangrijk maar ook hoe ze de leerstof ervaren, hoe ze tot oplossingen komen, hoe ze met jou en de andere kinderen samenwerken, hoe ze die samenwerking ervaren,... Daarbij kunnen aspecten aan bod komen als sociale verhoudingen, vrije tijd en niet-schoolse vaardigheden, interactiewijzen, status,...
Dat onze kijk op leerlingen onze verwachtingen naar leerlingen beïnvloedt, daar hoeven we de meeste scholen en leerkrachten niet meer van te overtuigen. Toch stellen we vast dat niet elke school en niet alle leerkrachten daar even bewust mee omgaan. Via onze verwachtingen wordt ook ons gedrag bepaald zowel in positieve als in negatieve zin. Wie lage verwachtingen koestert ten aanzien van zijn/haar leerlingen legt automatisch de lat lager dan iemand die meer verwacht.
Wat je ziet door breed te observeren kan je gebruiken om je leerlingen te motiveren, om hun competenties te betrekken bij het leren, om groepen in te delen, om doelgerichter te werken, ....
Heel wat leerkrachten observeren omdat dit van hen verwacht wordt. Wát ze observeren wordt hen vaak door anderen ingegeven. Hierdoor zal de observatie zich doorgaans beperken tot het verzamelen van gegevens die de eigen praktijk niet altijd ten goede komen. In dergelijke gevallen wordt observeren dan ook ervaren als een tijdrovende, inspannende en in verhouding daarmee weinig nuttige activiteit. Observeren wordt pas interessant als we kijken hoe kinderen met elkaar omgaan, als we op zoek gaan naar de bronnen van diversiteit in onze klas en proberen zicht te krijgen op de gelijkenissen en verschillen maar vooral op wat leerlingen daarmee doen. Zo krijgen we een brede kijk op het kind.
http://www.steunpuntdiversiteitenleren.be/sites/default/files/inleidende_tekst_BO_0.pdf (13/5/2012)
Illustratie
Breed observeren is ruimer dan kijken naar cognitieve en sociaal-emotionele aspecten van de kleuters. ‘Breed observeren’ wil zeggen kijken naar hoe de kinderen dagelijks met elkaar omgaan, waar ze in geïnteresseerd zijn, wat voor hen belangrijk is in welke situatie,..
http://screening.steunpuntdiversiteitenleren.be/inspiraties/leerling/normaliteit-0 (3/7/2012)
We gaan uit van het principe van “breed observeren”. Elke leerkracht observeert dagelijks, maar dit beperkt zich meestal tot observatie van didactische processen in lessituaties. Observeren wordt interessant als we kijken hoe jongeren en kinderen met elkaar omgaan, als we op zoek gaan naar de bronnen van diversiteit in onze klas en proberen zicht te krijgen op de gelijkenissen en verschillen, maar vooral op wat jongeren en kinderen daarmee doen. Via breed observeren blijven we alert voor de diversiteit, de betekenissen die jongeren / kinderen daaraan geven, de perspectieven en de competenties waarop verder gebouwd kan worden.
Breed observeren betekent dus ook dat wat je observeert niet meteen wordt geïnterpreteerd. De eigen gevoeligheden en eigen beleving zal de situatie anders inkleuren. Ook de kijk op de jongeren / kinderen, hun ouders en hun achtergrond beïnvloedt onze verwachtingen. En via onze verwachtingen ook ons gedrag. Het innemen van andere standpunten kan helpen om meer aspecten te belichten en het zal naar begeleiding toe meer bruikbare gegevens verschaffen.
http://www.screeningdiversiteitlerarenopleiding.be/node/24