Loading...
 

Belangstellingscentrum

Aangemaakt door

Ine Callebaut (KAHO)

Aangevuld door: C. van Eyen, KHLeuven, d.d. 21.08.2012

Definitie

In het kleuteronderwijs ordenen wij de doelstellingen, leerinhouden en activiteiten in een B.C. of belangstellingscentrum. Een belangstellingscentrum is een onderwerp uit de leefwereld van de kinderen dat hun belangstelling opwekt en waarrond doelstellingen en activiteiten geconcentreerd en uitgewerkt worden. Werken met belangstellingscentra is dus een vorm van totaliteitsonderwijs en is bedacht door de Belgische pedagoog Ovide Decroly, zowel voor kleuter- als voor lager onderwijs. Alleen in kleuteronderwijs wordt het volledig toegepast.
De Zutter, L. (2011-2012). Krachtige Leeromgeving. Onuitgegeven cursus 2 BAKO. Aalst: Katholieke Hogeschool Sint-Lieven.

Een belangstellingscentrum is een onderwerp uit de leefwereld van de kinderen waarrond de activiteiten uitgewerkt worden. Het is een onderwerp dat in het centrum van de belangstelling van kleuters ligt : 'mijn boekentas', 'slakken', 'letters', 'moederdag'. Daarom gebruiken we, als het over de kleuterschool gaat, ook meestal de term 'belangstellingscentrum' in plaats van 'thema'.
Niet elk onderwerp is een goed belangstellingscentrum. Een degelijk BC voldoet bijvoorbeeld aan de volgende criteria :
- Het BC sluit aan bij de ervaringen en bij het ontwikkelingsniveau van de kleuters.
- Het BC is levensnabij: zo aanschouwelijk mogelijk.
- Het BC is en geheel van inhouden en ervaringen die met elkaar verweven zijn.
- De kleuters beleven het BC als een duidelijk samenhangend geheel.
- Het BC spreekt zo veel mogelijk kinderen aan.
- Het BC geeft aanleiding tot verdieping van het onderwerp en tot gevarieerde activiteiten. Het moet iets zijn waarover de kleuters iets kunnen en willen vernemen en waarin afwisseling mogelijk is.
- Het BC is de rode draad voor de activiteiten in de klas. Het is een onderwerp dat motiveert tot betrokken bezig zijn omdat het in vele activiteiten herkenbaar aanwezig is.
- Het BC biedt de mogelijkheid om ervaringen op te doen op het vlak van zo veel mogelijk ontwikkelingsaspecten.
Bij de keuze van een BC loont het de moeite al deze criteria te overwegen. (...)
VVKBaO (2000). Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool. Brussel: CRKLKO. (p. 36)

Illustraties

 

Keuze van een belangstellingscentrum

Door te werken met belangstellingscentra trachten we de samenhang tussen de activiteiten te garanderen. Een belangstellingscentrum is een onderwerp uit de leefwereld van de kinderen waarrond de activiteiten uitgewerkt worden. Het is een onderwerp dat in het centrum van de belangstelling van kleuters ligt.
De Zutter, L. (2011-2012). Krachtige Leeromgeving. Onuitgegeven cursus 2 BAKO. Aalst: KAHO Sint-Lieven.

Huishoudelijke activiteit & het belangstellingscentrum

Je kan echter ook op zoek gaan naar een gerecht dat aansluit bij het B.C.. Het is echter niet de bedoeling dat je allerlei goochelkunsten moet uithalen om een huishoudelijke activiteit in je B.C. te doen passen.
Koken is NIET knutselen met eten (pannenkoek versieren, cake versieren, fruit in figuren leggen, …). Koken is veranderingsprocessen tot stand zien komen. We mengen de ingrediënten tot deeg. Het is nog vloeibaar. In de pan of in de oven wordt het terug vast.
Voorbeeld : Bij het thema herfst horen paddenstoelen. Als je een paddenstoel gaat namaken met ei en tomaat, dan ben je bezig met knutselen met eten. Het is veel beter om een eenvoudige bereiding te zoeken met champignons. En bij de herfst horen ook receptjes met noten, gepofte kastanjes, …
Coessens, M. (2012). Wereldoriëntatie 4. Vakdidactiek. Onuitgegeven cursus 2 BAKO. Aalst: KAHO Sint-Lieven.

Het kiezen van een gepast Bijbelverhaal en B.C.

Eén van de grote vernieuwingen uit het werkplan (VVKBaO) is dat de godsdienstige activiteiten in de kleuterschool niet apart, in het begin van de dag en los van het B.C. aangeboden worden maar dat die activiteiten geïntegreerd worden in het B.C. en het dagverloop.
Dit geldt dus ook voor Bijbelverhalen. Het kan niet meer dat de leidster, zoals vroeger nogal eens gebeurde, elke dag startte met het vertellen van een Bijbelverhaal, als een soort vervolgverhaal.
We gaan integendeel na welk Bijbelverhaal past in ons B.C.
Rechtstreeks verband: Je kan hierbij allereerst nagaan of er een rechtstreekse link te leggen is tussen het B.C. en mogelijke Bijbelverhalen. In het B.C. “de lente” kunnen we bijvoorbeeld het verhaal van de zaaier vertellen. Of in het B.C. rond kerstmis gaan we uiteraard de kerstverhalen vertellen.
Verband via de componenten: Soms ligt de link tussen B.C. en Bijbelverhalen echter veel minder voor de hand. Neem even het B.C. “gaatjes”. Of “draden”. Er bestaan nu eenmaal geen Bijbelverhalen over gaatjes en draden. Een zinvollere weg om een gepast Bijbelverhaal te kiezen is dan uit te gaan van de component uit het schema van levensbeschouwelijke en religieuze groei waar we doorheen ons B.C. willen aan werken. Die component hebben we bepaald uit onze brainstorm. Stel dat we bij ons B.C. “gaatjes” willen werken rond component “A2 mogelijkheden en beperktheden” dan kan ik nagaan welke Bijbelverhalen die component als thema hebben. Het verhaal van het mosterdzaadje is dan een mogelijkheid.
Blancke, J. (2011). Godsdienst 3. Onuitgegeven cursus 2 BAKO. Aalst: KAHO Sint-Lieven.

Verwante begrippen

thematisch werken

 

Beeld

Belangstellingscentrum Dozen:

BelangstellingscentrumDozenBijDeDrieBeertjes  

Search For a Wiki Page