Loading...
 

Attitude(vorming)

Aangemaakt door

Ine Callebaut (KAHO)

Aangevuld door C. Van Eyen, KHLeuven, d.d. 21.08.2012 (CVE1)
Aangevuld door I. Callebaut, KAHO, d.d. 22.08.2012 (IC1)

Definitie


Een attitude wordt gedefinieerd als een gerichtheid om op een min of meer vaste wijze te reageren ten opzichte van personen, situaties, toestanden of ideeën. Attitudes zijn niet louter aangeboren maar worden beïnvloed door een leerproces.
In een attitude kan men drie componenten onderscheiden:
- een cognitieve component: Dit is wat men weet, een opinie, een mening.
- een affectieve component: gevoelens die opgeroepen worden.
- een gedragsmatige component: de neiging tot handelen overeenkomstig de opinie en de gevoelens.
Uiteraard staan deze drie componenten niet los van elkaar, maar beïnvloeden ze elkaar.
Deleu, A. & Wante, D. (2008). Puzzelen aan een uitdagende leeromgeving. Basisdidactiek voor de leraar lager onderwijs. Mechelen: Plantyn.

Illustratie

In het Decreet basisonderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen tussen kennis, inzicht en vaardigheden enerzijds en attitudes anderzijds. "De reden hiervoor moet gezocht worden in de besprekingen over de evaluatie van de eindtermen. Wanneer men stelt dat eindtermen doelen zijn die de leerlingen moeten bereiken, dan is dit voor attitudes niet altijd zo evident. Het ontwikkelen van een houding of attitude is een sterk individueel gekleurd proces waarin de school wel een bijdrage kan leveren, maar dat toch veeleer als een streefdoel moet worden beschouwd. Dit wil zeggen dat de overheid deze attitudes belangrijk en noodzakelijk acht voor elk kind en verwacht van iedere school dat zij daar met haar leerlingen aan werkt. In de lijst met eindtermen worden attitudes met een * aangeduid."
http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/lager-onderwijs/algemene-uitgangspunten/index.htm (24.08.12)

In competentiegericht onderwijs neemt het ontwikkelen van attitudes een belangrijke rol in.
Enkele voorbeelden van attitudes: stiptheid, innovatief werken, planmatig werken,...
Enkele kenmerken van attitudes:

  • Attitudes zijn instellingen, houdingen, gezindheden of gerichtheden.
  • Attitudes hebben een stabiel karakter (in tegenstelling tot bevliegingen die tijdelijk zijn). Bij attitudes gaat het om een regelmaat in het denken, handelen, willen en voelen.
  • Attitudes worden geleid door het verstand (in tegenstelling tot gewoontes waar men handelt vanuit automatische piloot).
  • Eens een attitude verworven is, past men ze spontaan toe in verschillende situaties.
  • Attitudes zijn niet rechtstreeks observeerbaar, maar wel af te leiden uit indicatieve gedragingen (attitudegedragingen).
  • Attitudes worden slechts zichtbaar als er bepaalde kennisinhouden en vaardigheden voorhanden zijn (vb. Om de attitude burgerzin opnemen in het verkeer tot uiting te kunnen brengen, is kennis van verkeersreglement en rijvaardigheid nodig).

Attitudes worden vaak onderscheiden van kennis en vaardigheden. Een vaardigheid is een kundigheid waarmee men reeds verworven informatie toepast in concrete situaties. Vaardigheden zijn geen houdingen.
Aangezien een attitude niet rechtstreeks observeerbaar is, moet ze in concreet observeerbaar gedrag uitgeschreven worden. Zulke concrete uitingen van attitudes worden attitudegedragingen genoemd. 4 à 5 concrete attitudegedragingen zijn wenselijk per attitude. Bij het ontwikkelen van attitudes worden deze concrete gedragingen aangeleerd.
htps://www.kuleuven.be/icto/bv/bvbank/woord.php?defid=49

In de basiscompetenties voor de leraar kleuteronderwijs, functioneel geheel: 'de leraar als opvoeder':
“2.3 De leerkracht kan door attitudevorming kleuters op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. “
De leerkracht kan :
2.3.1 een aantal conventies op het gebied van sociale omgang voorleven en leren toepassen;
2.3.2 door zijn voorbeeldgedrag en het bespreekbaar maken van positieve waardeoriëntaties jonge kinderen waardegevoelig maken, hierbij rekening houdend met het pedagogische project;
2.3.3 de gerichtheid op participatie stimuleren.
De ondersteunende kennis omvat het pedagogische project, het schoolwerkplan, de van toepassing zijnde eindtermen en ontwikkelingsdoelen, verschijningsvormen van het verborgen curriculum, en kenmerken van de morele ontwikkeling van jonge kinderen.

In de basiscompetenties voor de leraar kleuteronderwijs vind je de volgende attitudes die gelden voor alle functionele gehelen.
A1 beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
A2 relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen.
A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
A4 leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
A5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
A6 zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.
A7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan
om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.
A8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
Basiscompetenties voor de leraar kleuteronderwijs. Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007 betreffende de basiscompetenties van de leraren. In : Belgisch Staatsblad 17.01.2008, p.1594-1631

Verwante begrippen

Werkhouding

 

Vergouwen, G. en Beserrano, G. (2005). Attitudes evalueren. Een zeiltocht. Antwerpen: Garant, p.17-18.
http://www.digischool.nl/po/community12/?page=c...erkhouding

Search For a Wiki Page