Loading...
 

Ontwikkelingsgericht

Aangemaakt door

Astrid Cornelis (KHK)

Definitie

Het ontwikkelingsgericht onderwijs gaat ervan uit dat kinderen ontwikkelbaar en onderwijsbaar zijn. Door haar omgang met het kind en door een geschikte en uitdagende leeromgeving te creëren, speelt de leerkracht een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Het concept van ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) werd ontwikkeld door de projectgroep onderbouw van het APS (Algemeen Pedagogisch Studiecentrum) onder leiding van de onderwijspedagoog Frea Janssen-Vos. Het werd in 1990 geïntroduceerd bij de invoering van de Wet op het Basisonderwijs, toen kleuterschool en lagere school samengingen. Ontwikkelingsgericht onderwijs werd in de loop der jaren uitgebreid tot de bovenbouw. Aan deze manier van onderwijs geven wordt nu verder gewerkt door de Academie voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs http://www.ogo-academie.nl/
Aan de basis van ontwikkelingsgericht onderwijs ligt het begrip ‘zone van de naaste ontwikkeling’. De Russische onderwijspsycholoog Lev Vygotsky (1896-1934) introduceerde dit begrip. Hij onderscheid de zone van de actuele ontwikkeling (wat een kind presteert op een test zonder dat het hulp krijgt) en de zone van de naaste ontwikkeling (wat een kind op een test presteert met hulp). Die zone van de naaste ontwikkeling laat zien waar een kind in zijn ontwikkeling mee bezig is. Dat is het gebied waarop je in het onderwijs kunt inspelen. Je creëert zo nieuwe zones van naaste ontwikkeling. Daarmee zet je een ontwikkelingsproces in gang dat er zonder onderwijs niet zou zijn.
De nadruk bij ontwikkelingsgericht onderwijs ligt op ontwikkelen en niet op het leren. Tussen ontwikkelen en leren is een verschil. Ontwikkeling is veel breder dan leren en speelt zich af over een langere periode. Van leren is sprake als een kind iets concreets leert, bijvoorbeeld veters strikken. Dat een kind geleerd heeft zijn veters te strikken, merk je alleen als het kind geen hulp meer vraagt als het zijn schoenen aantrekt. Dat een kind zich ontwikkelt, merk je in zijn hele gedrag en handelen. Bij een kind dat je zeer regelmatig ziet, valt ontwikkeling niet zo gauw op, maar als je een kind een hele tijd niet hebt gezien, merk je dat het zich anders gedraagt. ‘Wat ben je groot geworden’, zegt de omgeving dan bewonderend, maar eigenlijk bedoelen ze: ‘Wat ben jij een stuk verder in je ontwikkeling’.
Kinderen ontwikkelen zich in de visie van ontwikkelingsgericht onderwijs niet vanzelf. Zij ontwikkelen zich in een omgeving en zijn afhankelijk van wat die omgeving te bieden heeft. Kinderen hebben wel de kracht en de drang in zich om zich te ontwikkelen en werken actief aan hun eigen ontwikkeling. De opvoeder speelt hierin een belangrijke rol. Hier ligt voor jou een taak in de begeleiding van de kinderen. Zij hebben jouw sturende kracht nodig. Jij zorg voor een uitnodigende omgeving. Tijdens de activiteiten heb je een begeleidende, inspirerende en stimulerende rol om kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling.
De sociaal-culturele omgeving, de context zoals dat bij ontwikkelingsgericht onderwijs wordt genoemd, speelt bij de ontwikkeling een belangrijke rol. Aan die context geef jij als opvoeder samen met de kinderen vorm. Zowel de kinderen als jij brengen onderwerpen in. Jij bepaalt welke activiteiten en welke materialen het beste passen bij de kinderen die je begeleidt. Daarbij houd je rekening met de belangstelling en de mogelijkheden van het kind. Je zorgt dat de kinderen met echte uitdagende problemen aan het werk kunnen.
Ontwikkelingsgericht onderwijs gaat ervan uit dat activiteiten alleen het gewenste effect op de ontwikkeling van kinderen hebben als de activiteiten zinvol zijn voor het kind, als ze inhoud en betekenis voor hem hebben. Bij de keuze van activiteiten ga je ook uit van de mogelijkheden die het kind heeft en die mogelijkheden breid je systematisch uit. Dankzij een juiste keuze van activiteiten zien de kinderen dat de kennis en vaardigheden die zij opdoen, zinvol zijn en bruikbaar in het gewone leven. Dat stimuleert om meer te willen weten en kunnen en om de nieuwe vaardigheden ook in praktijk te brengen.
Niet alle kinderen ontwikkelen zich in hetzelfde tempo en hebben dezelfde mogelijkheden. Zij hebben ook een verschillende behoefte aan hulp en ondersteuning. Om te weten op welk moment een kind behoefte heeft aan begeleiding of nieuwe impulsen, moet je dus goed kijken naar elk kind. Dat betekent veel observeren en nadenken over wat er gebeurt en met welke activiteiten en materialen je een kind verder kunt helpen. De begeleiding die je geeft, verschilt per kind. Het ene kind heeft veel uitleg nodig en een concreet voorbeeld, het andere kind help je met een paar aanwijzingen snel op weg. Dat moet je goed in de gaten hebben, want het is niet de bedoeling dat je kinderen afhankelijk maakt van jouw hulp. Zij moeten zelf initiatieven nemen, leren plannen en de verantwoordelijkheid dragen die zij aankunnen. Alleen bij die activiteiten die een kind nog niet zelfstand aankan, help je het kind. Die momenten grijp je wel heel bewust aan. Je wacht niet af tot het kind zelf aangeeft dat het verder wil, maar je biedt het kind actief nieuwe mogelijkheden als je ziet dat het daar aan toe is. Op dat moment ben jij de sturende kracht.
De leerkracht speelt bij het ontwikkelingsgericht onderwijs een belangrijke en actieve rol. Zij is degene die de cultuur overbrengt. Zij is er verantwoordelijk voor dat er een balans is tussen de persoonlijke belangen van het kind en de belangen van de maatschappij. Welke dat zijn, kun je lezen in de missie en het doel van de school. Dat doel gaat verder dan alleen het bereiken van de kerndoelen zoals die wettelijk zijn vestgesteld. Door van jongsaf deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten, leren kinderen al doende om later betrokken en actieve deelnemers te worden van de maatschappij. Zij leren om kritisch, creatief en zelfverzekerd samen met anderen deel te nemen in grote en kleine samenlevingsverbanden. De leerkracht stimuleert dit door aansluitend op waar kinderen mee bezig zijn onderwerpen uit de alledaagse werkelijkheid binnen de school te halen.
Uitgangspunten van ontwikkelingsgericht onderwijs:

  • Kinderen zijn opvoedbaar en onderwijsbaar, onderwijsgevenden spelen hierin een belangrijke sturende rol.
  • Het ontwikkelings- en leerproces vindt vooral plaats vanuit de zone van de naaste ontwikkeling.
  • Kinderen hebben een innerlijke behoefte om deel te nemen aan de sociaal-culterele werkelijkheid. Kinderen leren door deelname aan de sociaal-culturele wereld.
  • Ontwikkeling is een proces van twee kanten: kinderen hebben eigen ontwikkelingskracht en ontwikkelingsdrang en zijn tegelijkertijd afhankelijk van de invloed van de omgeving, in het bijzonder de volwassenen.
  • Kinderen verschillen onderling in ontwikkelingsmogelijkheden, ontwikkelingstempo’s en in de behoefte aan hulp en ondersteuning in ontwikkelen en leren.
  • Ontwikkeling en leren vinden plaats op basis van activiteiten en inhouden die voor kinderen persoonlijk zinvol zijn en betekenis hebben of kunnen krijgen.
  • Ontwikkeling en leren gaan voorspoediger als leerkrachten zich opstellen als partner van kinderen en die onderdelen van activiteiten voor hun rekening nemen die een kind nog niet zelfstandig kan.
  • Ontwikkeling en leren veronderstellen altijd interactie en communicatie. Daarom zijn sociaal-communicatieve situaties noodzakelijk.

Om zich te kunnen ontwikkelen is het belangrijk dat een kind vrij is van emotionele belemmering, dat het onderzoekend, nieuwsgierig en ondernemend is en dat het zelfvertrouwen heeft en positief over zichzelf denkt. Het ontwikkelingsgericht onderwijs begint dus bij het scheppen van een goed pedagogisch klimaat.
www.edu-kw1c.nl/...onderwijs/.../ontwikkelingsgericht/ ... (22/6/2012)
Primaire bronnen:
Janssen-Vos, F. (2006). Spel en ontwikkeling. Spelen en leren in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.
Janssen-Vos, F. (2008). Basisontwikkeling. Spelen en leren in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.

Illustratie

Het spel neemt bij ontwikkelingsgericht onderwijs een centrale plaats in, want spelen is leren. Het meest leren kinderen van spelen als je het spel ondersteunt, kinderen uitlokt om verder te denken, ze op ideeën brengt, maar wel voortbouwend op waar de kinderen zelf mee bezig zijn.
Ontwikkelingsgericht onderwijs maakt erg veel gebruik van rollenspel. Zowel tijdens het rollenspel als bij de voorbereiding vinden voortdurend interacties plaats en daar leren kinderen van. De interactie tussen kinderen van verschillend ontwikkelingsniveau en interacties met de leerkracht helpen het kind verder in zijn ontwikkeling. De zone van de naaste ontwikkeling kan hier spelenderwijs worden aangesproken. De nadruk ligt daarom ook op gezamenlijke leeractiviteiten in kleine groepjes waaraan kinderen van een verschillend niveau deelnemen.
Bij ontwikkelingsgericht onderwijs is het lokaal zo ingericht, dat kinderen zelfstandig aan de slag kunnen in een omgeving die voldoende uitdaging heeft voor elk kind. Het lokaal is ingericht in hoeken: de knutselhoek, de leeshoek, de wiskundehoek, de bouw- en constructiehoek, de thematafel, het atelier en de wisselhoek met materialen rond het thema dat in die periode centraal staat. Het werken met thema’s is typisch voor het ontwikkelingsgerichte onderwijs. Het zijn thema’s uit de sociaal-culturele werkelijkheid van het kind, waarmee kinderen de wereld om zich heen kunnen verkennen. De keuze van thema’s komt in samenspraak met de kinderen tot stand. Voorbeelden van thema’s zijn: postkantoor, supermarkt en ziekenhuis. Rond het thema bied je verschillende activiteiten aan waaruit de kinderen kunnen kiezen. De activiteiten worden zo gekozen, dat ze de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van een kind stimuleren. Behalve in de wisselhoek zijn ook in de andere hoeken accenten zichtbaar van het thema. Een kind kan dan zelf die activiteit kiezen die aansluit bij zijn eigen mogelijkheden en behoeften. Je kunt daarbij denken aan manipulerend spel rond voorwerpen, rollenspel, constructieve en beeldende activiteiten, gesprekken, taalactiviteiten en wiskundige activiteiten.
www.edu-kw1c.nl/...onderwijs/.../ontwikkelingsgericht/ ... (22/6/2012)
Primaire bronnen:
Janssen-Vos, F. (2006). Spel en ontwikkeling. Spelen en leren in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.
Janssen-Vos, F. (2008). Basisontwikkeling. Spelen en leren in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.

Verwante begrippen

ervaringsgericht

Beeld

Ogo Cirkel  
Doelen van basisontwikkeling.
Janssen-Vos, F. (2006). Spel en ontwikkeling. Spelen en leren in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.

Academie voor ontwikkelingsgericht onderwijs: http://www.ogo-academie.nl/
Zone, tijdschrift voor ontwikkelingsgericht onderwijs: http://hive2.stoas.nl/cgi-bin/hive/hive.cgi

Search For a Wiki Page