Loading...
 

Ondersteuning

Aangemaakt door

Ine Callebaut (KAHO)

Definitie

het ondersteunen; hulp, steun
‍‍(visueel/auditief/handelend/verbaal/...)‍‍
www.vandale.nl

Illustraties

Ondersteuning bij het vertellen van een verhaal
Visuele ondersteuning
Voor kleuters is het echt niet gemakkelijk om een verhaal goed te kunnen volgen en volledig te begrijpen: ze moeten zich lang concentreren, de taal begrijpen, een innerlijke voorstelling opbouwen. Het is daarom erg belangrijk dat ze niet alleen met hun oren, maar ook met hun ogen het verhaal kunnen volgen. Gebaren en gezichtsexpressie (mimiek)
Met jouw lichaam en jouw gezicht kan je heel veel uitbeelden:
- hoe er op een deur geklopt wordt
- hoe Beer zich langzaam uitrekt
- hoe moeder schrikt wanneer ze ziet dat Floddertje vol verf zit
- ....
Denk op voorhand na wat je allemaal zou kunnen doen met jouw lichaam en jouw gezicht en noteer dit. Anders zou je het wel eens kunnen vergeten. (…)
Andere vormen van visuele ondersteuning
Er zijn nog heel wat andere mogelijkheden:
- vertellen terwijl je op een schoolbord tekent
- vertellen met de zandtafel
- vertellen met poppen...
- de kleuters moeten het verhaal helemaal uitbeelden
- ....
Zonder visuele ondersteuning?
Helemaal zonder visuele ondersteuning vertel je nooit: je gebruikt op zijn minste jouw lichaam en jouw mimiek. Wanneer het verhaal eenvoudig is en de kleuters zeer betrokken zijn, kan dit soms volstaan.
Auditieve ondersteuning
Bij jouw verhaal horen heel wat geluiden:
- iemand valt
- de deur gaat piepend open.
- de auto vertrekt
- ....
Het is erg goed voor de levendigheid van het verhaal om die geluiden met de stem of met een muziekinstrument weer te geven.
Professionele vertellers gebruiken vaak muziekstukjes en liedjes om hun verhaal te ondersteunen. Daar zijn goede redenen voor:
- de muziek versterkt de sfeer van het verhaal
- de liedjestekst vat samen wat er gebeurd is
- de kinderen kunnen actief meedoen (dansen, zingen)
Taelman, H. (2011-2012). Taal 2. Onuitgegeven cursus voor 1 BAKO. Aalst: KAHO Sint-Lieven.

Ondersteuning bij probleemoplossing
Principes van de theorie van Meichenbaum
Probleemoplossing in 4 fasen
- de fase waarin het probleem geanalyseerd wordt
- de fase waarin gezocht wordt naar een oplossingsstrategie
- de fase waarin het vooropgesteld werkplan uitgevoerd wordt
- de evaluatiefase
Verbaliseren
Om het denkproces bewust te kunnen sturen, wordt ‘taal’ gebruikt ter ondersteuning van deze 4 fasen:
- “Wat moet ik doen?”
- “Hoe ga ik dat doen?”
- “Ik doe mijn werk.”
- “Ik kijk na.”
Verbaliseren betekent echter meer dan deze 4 zinnetjes! Het kind zal leren zijn gehele denken in al zijn stappen te verwoorden. Taal brengt al vanzelf structuur in het denken: je kan namelijk geen twee gedachten tegelijk zeggen. Hardop meespreken geeft de begeleider ook de gelegenheid het denkproces van het kind mee te volgen, eventuele fouten vroegtijdig op te sporen en juister te duiden.
Visualiseren
Behalve door taal wordt elke fase ondersteund door tekeningen, waarvan de meest bekende ‘de 4 beertjes’ zijn.
Het gebruik van tekeningen, symbolen, schema’s, algoritmen is voor meer zinvol dan enkel ter ondersteuning van de 4 fasen. We gebruiken ze ook om individuele aandachtspunten te vertegenwoordigen voor trage werkers, dromers, prutsers, babbelaars,… Die aandachtspunten kunnen in een volle klas met zoveel verschillende kinderen die zoveel verschillende problemen stellen, een dankbare oplossing betekenen.
Een kind dat snel afgeleid is, heeft het vooral moeilijk met auditief aangeboden informatie. Een tekst, een versje, een schema, een tekening werken ondersteunend en dikwijls als alarm: “Oh ja, ik mag dat niet vergeten!”
Model staan
Meichenbaum geeft een belangrijke rol aan de begeleider door te stellen dat hij zelf eerst moet verwoorden en voordoen wat hij nadien van het kind verwacht.
Schematisch verloopt dit als volgt:
1) De begeleider verwoordt zelf de denkstappen hardop en voert zelf de opdracht uit. Het kind volgt mee.
2) De begeleider verwoordt de denkstappen hardop en het kind voert de opdracht uit.
3) Het kind verwoordt hardop en voert zelf uit.
4) Het kind begeleidt zichzelf fluisterend en voert uit.
5) Het kind begeleidt en stuurt zichzelf innerlijk (inner speech) en voert uit.
• Alleen wanneer dit alles regelmatig herhaald wordt, kunnen we de vruchten plukken van de intensieve begeleiding. De transfer is noodzakelijk zowel thuis als in de klas of bij elke begeleider die met het kind werkt.
De Zutter, L. (2011-2012). Krachtige Leeromgeving 4. Onuitgegeven cursus voor 2 BAKO. Aalst: KAHO Sint-Lieven.

Verwante begrippen

krachtige leeromgeving, interactie

Search For a Wiki Page